Update over vastgoedmarkt en leegstand

Op de najaarsborrel van de VEBH gaf Dionne Toenbreker inzicht in recente ontwikkelingen op de Nederlandse vastgoedmarkt, in het bijzonder in Haarlem. Dionne Toenbreker is directeur van Wagenhof Real Estate en bestuurslid bij de NVM, vakgroep Business. 

Toenbreker vertelde onder meer dat de vraag in de kantorenmarkt sinds corona blijvend is veranderd, onder meer als gevolg van thuiswerken en/of hybride werken. Dat heeft gevolgen voor de invulling van kantoorruimte (meer gericht op ‘personeel in de watten leggen’) maar ook in de omvang: grote bedrijven geven veel vierkante meters terug en er vinden steeds vaker transformaties plaats van kantoorruimte naar woningen.

Energielabels en netcongestie
Ook verduurzaming van panden is een belangrijke factor: bij sommige panden is de investering in verduurzaming bedrijfseconomisch niet verantwoord, maar daardoor blijven ze wel leeg staan. Met name panden met een energielabel lager dan C. Ook in de Haarlemse Waarderpolder is dit het geval, zo wist Dionne Toenbreker te melden. En dat terwijl de vraag naar bedrijfsruimte groot blijft. Ondertussen worden nieuwbouw en groei/uitbreiding beperkt door de netcongestie (beperkte capaciteit elektriciteitsnetwerk). Hier noemde Toenbreker het aankomende Warmtenet in de Waarderpolder als goed voorbeeld om in de toekomst wel voldoende (nieuwe) bedrijfsruimtes te faciliteren.

Op de woningmarkt is de aankomende wijziging in regels rondom tijdelijke verhuur van belang (huurders krijgen veel eerder huurbescherming), evenals het nieuwe Woningwaarderingsstelsel. Met betrekking tot de winkelmarkt ten slotte, haalde Toenbreker een Vitaliteitsbenchmark van Goudappel Coffeng aan: winkelvoorzieningen lopen terug door onder meer de stijging in online aankopen en personeelsgebrek, maar ook door gebrek aan opvolging. Het goede nieuws daarbij is: investeren in het ruimtelijk gebied loont. Steden met een compact centrum, waarin aandacht is voor logistieke oplossingen, scoren goed.

Goede score met kanttekening
En dan terug naar de vraag hoe Haarlem het doet. In de benchmark van Goudappel Coffeng zijn de 100 grootste centrumgebieden in Nederland onder de loep genomen. Dit aan de hand van 25 objectieve indicatoren. In de daaruit volgende rangschikking ‘economische vitaliteit’ staat Haarlem op de 4e plaats. En met een netto leegstandpercentage van 3,8% scoort Haarlem helemaal niet slecht, meldde Toenbreker. Met daarbij als kanttekening dat de leegstand wel toeneemt en dat dit percentage heel Haarlem betreft: in de binnenstad ligt het aantal hoger, waarbij in de Grote Houtstraat één op zes panden leeg staat.

Tot slot droeg Toenbreker een aantal mogelijke oplossingen aan om leegstand tijdelijk of blijvend te voorkomen. Zoals ‘verhuurbevorderend beheer’, tijdelijke invulling met een flexibele opzegtermijn en de inzet op kwalitatieve verhuurders. Daarnaast werden specifieke Haarlemse mogelijkheden benoemd om een pand en/of haar omgeving aantrekkelijk te houden. Zoals de regeling herstel historische winkelpuien, de subsidie ‘groen dak en regenton’ en de mogelijkheid om bij leegstand kosteloos (raam)stickers te laten plaatsen met de actie ‘winkelpui-verfraaiing’.

De hele PowerPoint-presentatie van Dionne Toenbreker is hier te bekijken.